Wanneer gebeurt wat?

Hongergevoel: Dag 1 tot 3. 

Je lichaam gebruikt makkelijk opneembare suikers. Als je niets eet gaan deze snel op en wordt je reserve voorraad glucose aangesproken. Die bestaat uit glycogeen. Gewichtsverlies in de eerste dagen komt voornamelijk doordat het lichaam minder vocht vasthoud.

Na een dag of 3 is de voorraad glycogeen op. In deze periode treden maagkrampen op en ontstaat een sterk honger gevoel. 

Spierafbraak: Begint bij dag 4 tot 12 

Het lichaam begint zichzelf op te eten. Verschillende weefsels worden afgebroken zodat er een constante hoeveelheid glucose naar de hersenen gaat. De lever kan uit vet geen glucose halen, daarom wordt het spierweefsel afgebroken. Dit is ongeveer 10% van de energie, de overige energie wordt uit het vet gehaald. 

Vetafbraak: Begint bij dag 4 tot dag 12 

Door een aanpassing in de stofwisseling begint de lever me het omzetten van vet in 'ketonzuren'. Deze worden door de hersenen zelf omgezet in glucose. Nu ontstaat veel gewichtsverlies. Maagkrampen en hongergevoel verdwijnen.

Lichamelijke klachten: Dag 12 tot 21 Lage hartslag, waardoor er kans is op flauwvallen en duizeligheid. 

Vanwege spierafbraak ontstaat er vermoeidheid en zwakheid. In deze periode wordt veel vet opgemaakt, waardoor het moeilijker is om de lichaamstemperatuur op peil te houden.